PAPENDRECHT – De luidruchtige Nijkerkse beroeringen die in het hele land al te zien zijn in kerken hebben ook de Alblasserwaard bereikt. Aangemoedigd door predikanten en andere religieuze leiders beginnen mensen tijdens kerkdiensten te schudden en te beven en barsten ze uit in een luid geschreeuw. Een van de dorpen waar de beroeringen zich voordoen is Papendrecht.
Van heinde en ver komen mensen naar Papendrecht om te kijken naar vreemde dingen die gebeuren tijdens de kerkdiensten van de plaatselijke predikant. Sinds twee maanden houdt ds. Bernardus Elikink zulke gloedvolle betogen dat uit de stampvolle dorpskerk een luid gejammer opklinkt. Sommige aanwezigen schreeuwen het uit en krijgen stuiptrekkingen. In kerken in omliggende dorpen gebeurt het ook, maar niet zo erg als in Papendrecht. Daarom wilden wij dat eens met eigen ogen zien.
Als we aankomen bij de kerk valt ons direct een jongen op die tussen het kerkvolk door loopt en om zich heen schopt. Hij wringt zich in zijn handen en roept van alles in het wilde weg. We horen:
“Weg duivel, weg satan; ga bij me vandaan satan! O Heer, o Jezus, help me! Jezus!”
Maar dat is dan nog het gedeelte dat we kunnen verstaan. De jongen schreeuwt ook iets van “Bab, bab, bab” en “Hap, hap, hap”. Ondertussen zien we hem als een hond naar zijn eigen handen bijten zonder er echt zijn tanden in te zetten.
In de kerk zit het zo vol dat dominee Elikink over de stoelen moet klimmen om bij zijn plek te komen. Hij slaat de Bijbel open en leest een Bijbeltekst voor die wel speciaal voor de gekwelde jongen lijkt te zijn uitgekozen: “Het is goed voor een man dat hij het juk in zijn jeugd draagt.” De knul gaat zo mogelijk nog wilder te keer. Hij slaat met zijn wilde bewegingen zelfs een plank uit de kerkbank.
Niet alleen de jongen voelt zich aangesproken door de predikant. Tijdens de preek schreeuwen enkele tientallen kerkgangers door elkaar om verlossing door Jezus. Zo zien we een meisje hardop bidden dat ze het niet langer zonder Jezus kon redden. De situatie wordt na verloop van tijd zo chaotisch dat Elikink moet stoppen met preken. Hij laat een Psalm zingen om de aanwezigen tot bedaren te brengen.
Dit artikel gaat verder onder deze advertentie
Bezoekers van buiten
Er valt ons op dat niet alleen het gloedvolle betoog van de dominee de mensen om bekering laat roepen. Ook de kerkgangers zelf stoken elkaar op. Sommige van hen komen helemaal niet uit Papendrecht. Met name een man die later uit Utrecht blijkt te komen, zien we de mensen ophitsen. Is hij daar uit zielennood of is het een sensatiezoeker? We krijgen hem helaas niet te spreken.
Na afloop van de dienst komen we de jongen weer tegen die zo tekeer was gegaan voor en tijdens de dienst. We vragen hem waarom hij dat deed. “Door mijn zonden”, antwoordt hij kortweg. Maar als we vragen welke gruwelijke zonden hij dan bedreven zou moeten hebben om zo te moeten schreeuwen, komt hij niet verder dan “zoals die van alle mensen”.
Met dat antwoord nemen we geen genoegen. Want dan zou toch de complete kerk kabaal moeten maken? Toch gebeurt dat niet. Wat maakt nou dat die jongen zich wel zo laat gaan? Hij zegt dan dat hij veel vloekt en zweert. Veel wijzer worden we er niet van.
Gods Geest?
We informeren bij dominee Elikink. Hij zegt dat wat er in de kerk gebeurt Gods werk is. Hij verwijst naar omliggende dorpen waar ook in kerken mensen luid weeklagen om hun zonden en onder schudden en beven smeken om bekering. “Ik heb ernstig tot God gebeden dat het Hem mocht behagen om Zijn Geest ook hier in Papendrecht te openbaren. En Hij was zo goed dat dit ook gebeurde.”
Inderdaad zien we in meer dorpen soortgelijke beroeringen als in Papendrecht. Het begon allemaal ruim twee maanden geleden, althans in de Alblasserwaard. De bron ervan hoeven we niet ver te zoeken. In Werkendam, aan de overkant van de rivier de Merwede, is een rondtrekkend prediker actief die meermalen de oversteek waagt en dan tijdens huiskamerbijeenkomsten mensen tot bekering oproept.
Deze Jacobus Groenewegen is op zijn beurt weer geïnspireerd door gloedvolle predikers uit Amerika en Schotland die daar grote groepen gelovigen op de been krijgen. Ook tijdens die bijeenkomsten schudden en beven de mensen en smeken ze om verlossing. In Nijkerk kregen deze beroeringen twee jaar geleden als eerste voet aan de grond in ons land, vandaar dat ze ook wel Nijkerkse beroeringen worden genoemd. Het lijkt erop dat Groenewegen ze naar de Alblasserwaard heeft gebracht.
Na Giessendam volgen in hoog tempo Hardinxveld, Giessen-Nieuwkerk en Sliedrecht en niet lang daarna ziet ook Elikink dat zijn kerkvolk er bevattelijk voor is. Hij besluit daarom vanaf eind februari af te wijken van de gebruikelijke Bijbelteksten en het te hebben over de zonde van de mensen en Gods oordeel daarover. Elikink weet nog goed wat er gebeurde toen dat hij dat voor het eerst deed:
“Toen ik het daarover had, werden de beroeringen ineens heel sterk. Ik hoorde mensen diep zuchten en hartverscheurend kermen. Ik moest een einde aan mijn preek maken en ben maar gaan bidden. Ik riep met luide stem tot God, maar de gemoederen bedaarden niet. Naderhand zeiden de mensen dat ze niet doorhadden dat ik al aan het gebed was begonnen.”
Tegenstanders
Zijn alle predikanten zo enthousiast over het Nijkerkse fenomeen? We ontmoeten ds. Arthus Koppiers van Hardinxveld. Hij is fel tegen de beroeringen: “Al dat onbezonnen geschreeuw heeft niets met bekeringen te maken. God is een God van orde, niet van chaos.” Dat heeft hij ook tijdens preken en catechisaties gezegd.
Koppiers: “Niet lang nadat ik er tijdens catechisatie over had gesproken stond Jacobus Groenewegen op de stoep. Die beschuldigde me ervan te veel mijn verstand te gebruiken. ‘Geloven is een zaak van het hart’. Nou, ik vind hem maar een schadelijk werktuig.”
De Hardinxveldse dominee staat niet alleen met zijn mening. Predikanten in met name Dordrecht zien de gebeurtenissen in de Alblasserwaard met lede ogen aan. Zij zitten niet te wachten op dezelfde wanorde in hun kerken. Ze denken na over manieren om de beroeringen in te dammen. Of dat ook lukt, is maar de vraag.
Hoe ging het verder?
Na Papendrecht zijn in de Alblasserwaard nog beroeringen gemeld in Wijngaarden, Bleskensgraaf, Molenaarsgraaf, Oud-Alblas, Alblasserdam, Streefkerk en Nieuwpoort.
De opvallende en luidruchtige bekeringen in de Alblasserwaard trekken van overal vandaan nieuwsgierigen, onder meer uit Dordrecht, Zwijndrecht, Charlois en, zoals gezegd, Utrecht. Sommigen komen niet alleen uit sensatiezucht. Er zijn er ook die de manier van werken kopiëren. Zo zien we niet lang erna ook beroeringen in Charlois.
In de media wordt er veel over geschreven. Niet altijd positief. Er zijn getuigen die vertellen dat ze jongens van zeven of acht jaar oud bezig zagen om een schuddende jongen in bedwang te houden. Een van de getuigen zou de jongen wat geld hebben gegeven om hem nog wat meer te laten beven. “Daarop kreeg de Beroerling een lach, vertrok verschillende keren met zijn mond en ogen, trok zijn benen op en bewoog zijn lijf hier en daar. Toen wierp ik enkele duiten bij hem in de buurt, waarop hij zich snel omdraaide en al kruipend met open ogen en gretige handen naar de duiten grabbelde.”
De predikanten uit Dordrecht en omgeving leggen vast dat hun collega’s van kerken waar de beroeringen zich voordoen niet in andere kerken mogen voorgaan. Dordrecht weigert vanaf mei ook enige tijd rondreizende predikers de toegang tot de stad om onrust te voorkomen.
Johannes Oosterling, de predikant van Streefkerk is net als Arthus Koppiers een fel tegenstander van de beroeringen. Hij heeft heel wat te stellen met zijn gemeenteleden. Hij roept na een dienst een vrouw bij zich die de preek had verstoord door tegen de duivel uit te vallen, maar kan niet tot haar doordringen.
“Snode huichelarij”, schrijft Oosterling aan de autoriteiten in het dorp, “die ons hele geloof en godsdienst in het algemeen zo jammerlijk ontheiligt en bespottelijk maakt.” Hij ziet er een kunstje in. Of dat heeft geleid tot maatregelen door het dorpsbestuur, is niet bekend.
Het bestuur van Charlois laat in ieder geval in 1753 iedereen die schudt en schreeuwt tijdens kerkdiensten oppakken door de schout. Daarna was het snel gedaan met de beroeringen aldaar.
Na 1753 lijkt het heilige vuur in de regio te zijn uitgedoofd. Maar sommige gelovigen blijven in kleine groepjes bijeenkomen en hier en daar doen zich nog beroeringen voor. Maar die blijven altijd kleinschalig.
Bronnen:
- A.P.B. van Meeteren, Het ruysschen als de Libanon: de Nijkerkse beroeringen in Bleskensgraaf in 1752 (Bleskensgraaf 1998)
- J. van Dijk, Oprecht verhaal over de geestelijke beroeringen in de jaren 1751 en 1752 te Werkendam en in de Alblasserwaard (Giessenburg 1980)
- Regionaal Archief Dordrecht, Handschriftenverzameling, nr. 2166, Aantekeningen over het werk der overtuiging en beroering in Papendrecht, geschreven door Bernardus Elikink (februari-augustus 1752).
Auteur: A.P.B. van Meeteren
Gepubliceerd op: 26-11-2018
Verhaalnummer: 95