OUDDORP – Een groot deel van de Noordzeekust is vandaag bedekt met een dikke laag olie. De meldingen komen uit Walcheren, Schouwen-Duiveland, Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten, Hoek van Holland tot aan Wassenaar. Tal van vogels zitten onder de olie. Veel van hen zijn inmiddels omgekomen.
De vervuiling lijkt het ergst bij Goeree-Overflakkee. Daar is bij Ouddorp over een lengte van zes kilometer een laag zwarte drab aangespoeld. Op sommige plekken is de strook met olie op het strand vijf meter breed.
Rijkswaterstaat gaat zo snel mogelijk beginnen met het plaatsen van waarschuwingsborden en met de schoonmaakwerkzaamheden. Die werkzaamheden zullen nog zeker een paar dagen duren.
‘Ramp’
Volgens de Vogelbescherming is er sprake van ‘een ramp’. Tegenover NRC Handelsblad verklaarde adjunct-directeur N. de Haan dat slechts een klein deel van de besmeurde vogels gered kan worden. Veel dieren vluchten voor hun redders de zee in.
Simon ’t Hart van het ‘Nederlands stookolie-slachtofferonderzoek’ zei tegen Het Vrije Volk dat hij tijdens zijn onderzoek, dat nu tien jaar bezig is, nooit eerder zo’n slachting heeft meegemaakt als nu.
De angst bestaat dat een deel van de vogels die de ramp overleefd hebben, zo zwaar getroffen zijn, dat ze alsnog ingeslapen moeten worden.
Op zoek naar overlevers
Ondertussen zijn vrijwiiligers op zoek naar dieren die nog in leven zijn. Vrijwilligers van de Vogelklas Karel Schot uit Rotterdam haalden vandaag zestig levende vogels uit de branding bij Oostvoorne, Rockanje en de Maasvlakte.
Er ging veel tijd verloren aan pogingen om besmeurde vogels te redden, die nog de kracht hadden om te vliegen. Wandelaars met honden speelden daarbij een negatieve rol. Zodra de vogels op het strand probeerden te landen, werden ze door de honden weer teruggejaagd richting zee.
De dieren worden naar meerdere vogelopvangcentra gebracht, zoals de Houtsnip bij Hoek van Holland en de Vogelklas Karel Schot. Op die locaties worden allerlei maatregelen genomen om honderden levende vogels weer schoon te maken.
Onder de slachtoffers zijn zeekoeten, futen, zwarte zee-eenden, alken, drieteenmeeuwen en gewone meeuwen. Als de vacht van een vogel doordrenkt raakt met olie, drijft de vogel niet meer. Die verdrinkt vervolgens.
Dit artikel gaat verder onder deze advertentie
Bron
Waar de olie vandaan komt is nog onduidelijk. Mogelijk gaat het om geloosde stookolie. Over de totale hoeveelheid aangespoelde olie lopen de schattingen uiteen tussen de 45 en 70 kubieke meter olie. Mogelijk is de olie in zee gekomen toen een passerend schip zijn tanks schoonspoelde.
Minister Kroes heeft toegezegd dat alle schepen die langs de Nederlandse kust hebben gevaren worden onderzocht, maar dat is een tijdrovend karwei.
Volgens Rijkswaterstaat drijven er geen grote hoeveelheden olie meer op zee. Mochten er alsnog olievlekken opduiken op zee, dan dan liggen er oliebestrijdingsschepen klaar om in te grijpen.
Hoe ging het verder?
Hoeveel vogels de ramp met de Borcea niet hebben overleefd blijft een beetje onduidelijk. Het zijn er zeker tienduizenden. Zo’n vijfduizend vogels hebben het wel gered.
De olie is afkomstig van een Roemeens schip; de Borcea. Dat schip had voor de Belgische kust een wrak geraakt tijdens een storm. Vervolgens is het via Vlissingen naar Gent gevaren. Daar werd een oliespoor opgemerkt, maar niemand waarschuwde de autoriteiten. Na een paar dagen werd de olievlek op de Noordzee richting het strand geblazen. Toen was de Borcea alweer vertrokken naar Noorwegen.
De Noorse autoriteiten waarschuwden Nederland, maar daar hield de samenwerking op. Pas na een maand kreeg de Officier van Justitie die de zaak onderzocht toestemming om het schip te onderzoeken. De olie aan boord van de Borcea bleek dezelfde te zijn als op het Nederlandse strand.
De kapitein van de Borcea maakte meteen na de aanvaring op 4 januari contact met de eigenaar. Die gaf de opdracht om alles stil te houden.
Het komt tot een rechtszaak. De Nederlandse Staat eiste 1,2 miljoen gulden, de Vogelbescherming eiste een kwart miljoen. De Nederlandse claim werd afgewezen. De Vogelbeschermers kregen twee ton.
Het bijzondere aan de ramp met de Borcea is, is dat in Zeeland zeker vier mensen het oliespoor hebben opgemerkt. Sommigen hebben zelfs de kapitein van de Borcea erop aangesproken. Maar toch duurde het een maand voordat zeker was dat het Roemeense schip achter de vervuiling zat. Geen van de betrokken personen heeft aan de bel getrokken bij het minsiterie.
De Roemeense kapitein werd veroordeeld tot drie maanden cel, maar hij kwam niet opdagen bij de behandeling en de uitspraak.
Over de zoektocht naar de Borcea en de juridische afhandeling heeft RTV Rijnmond op 08-01-2018 ook een uitgebreide reconstructie geplaatst.
Bronnen:
NRC Handelsblad – 09-01-1988 – Geloosde olie veroorzaakt ramp bij vogels langs de kust
Het Vrije Volk – 09-01-1988 – Stookolie langs de kust doodt honderden vogels
De Telegraaf – 09-01-1988 – Honderden zeevogels onder de olie
Het Vrije Volk – 11-01-1988 – Zondag geen vogel te grijpen
Het Vrije Volk – 18-01-1988 – Techniek leidt recherche naar olievervuiler
NRC Handelsblad – 30-03-1989 – ‘Die bulkcarrier verliest nogal wat olie’
Het Vrije Volk – 06-04-1989 – Olielekkende Borcea werd geen stroobreed in de weg gelegd
Het Vrije Volk – 26-03-1990 – Celstraf voor kapitein Borcea
Het Vrije Volk – 20-12-1990 – ‘Vervuiler Borcea moet schoonmaak kust betalen’
Het Parool – 04-03-1995 – Rederij hoeft niet te betalen voor olieramp
Tekst: Dave Datema
Gepubliceerd op: 08-01-2018
Verhaalnummer: 105