Den Haag – Tegenstanders van Prins Maurits hebben een aanslag beraamd op het leven van de Stadhouder. Er zijn meerdere aanhoudingen verricht, nadat het plan gisteren aan het licht kwam. Onder de arrestanten zijn politieke tegenstanders, zoals een van de zonen van Johan van Oldenbarnevelt en enkele geldschieters. 

De afgelopen maanden kwamen de samenzweerders steeds bijeen in herberg Witsenburg in Rijswijk, op de hoek van de Herenstraat en de Rijswijkseweg. De groep wist dat hun doelwit elke middag rond 3 uur vanuit Den Haag vertrok richting Rijswijk, waar de vriendin van Maurits, Margaretha van Mechelen, woont. 

Het plan was dat Maurits in Rijswijk zou worden opgewacht. Daar zou hij worden gedood. De samenzweerders hadden in de herberg ook zeker tien aanwezige bootslieden benaderd om ‘het vuile werk’ op te knappen. Zij zouden vierhonderd gulden aangeboden hebben gekregen. 

De groep bleek achteraf veel te groot te zijn. Daarnaast gingen de samenzweerders veel te onvoorzichtig te werk. Sommige bootslieden die benaderd werden, eisten meer geld en dreigden naar de Prins te stappen, om hem te waarschuwen voor de moordplannen. Vier van hen zouden dat uiteindelijk ook gedaan hebben.

Daders

Er zijn meerdere arrestaties verricht. De meest opvallende naam is die van Reynier van Oldenbarnevelt, de zoon van de ter dood veroordeelde Johan van Oldenbarnevelt. Zijn broer Willem wordt nog altijd gezocht en zou naar het buitenland gevlucht zijn. 

De twee zonen waren fors de dupe geworden van de verloren machtsstrijd tussen hun vader en de stadhouder. Na de ter dood veroordeling van Johan van Oldenbarnevelt werd Willem ontslagen als ritmeester in het leger en als gouverneur van Bergen op Zoom. Reinier verloor zijn taak als opperhoutvester, de beheerder van de koninklijke landerijen en zijn positie in de hoogheemraad Delfland. 

Willem trok met zijn vrouw noodgedwongen in bij Reinier en zijn gezin, in hun huis aan de Kneuterdijk in Den Haag. Heel breed hadden de twee het niet want er was beslag gelegd op de bezittingen van hun vader. Verder weigerden veel oude bekenden nog samenwerking met de broers. 

De twee zoons waren net als hun vader remonstranten. Maar na de dood van hun vader en de Synode van Dordrecht hielden veel remonstranten zich op de vlakte. Ze wilden met de dood van Maurits het voor elkaar krijgen dat de remonstranten weer vrijuit konden spreken. Halfbroer Frederik-Hendrik had dan de nieuwe stadhouder kunnen worden, omdat hij meer open stond voor de remonstranten. 

Dit artikel gaat verder onder deze advertentie



Medestanders

In de afgelopen jaren zochten de broers vooral steun voor hun moordplannen in een remonstrantse hoek. Zo kwamen ze uit bij Hendrick Danielsz Slatius, een predikant in Bleiswijk. Die positie was hij kwijtgeraakt na de Synode, vijf jaar geleden. Slatius zou voor de wapens hebben gezorgd. Ook predikanten Eduard Poppius en David Coornwinder worden genoemd als een van de medestanders. 

Rotterdammer Klaas Bontenbal zou de aanslag deels hebben gefinancierd. Voor de wapens en het inhuren van de mensen die de aanslag zouden uitvoeren was ongeveer zesduizend gulden nodig. Bontenbal was bereid om een derde van dat bedrag op tafel te leggen. Bontenbal was zelf wethouder in Zevenhuizen en was uitgesproken remonstrant. Na de Synode van Dordrecht werd hij uit zijn ambt gezet. 

Onder de andere namen die genoemd worden van betrokkenheid is Cornelis van der Mijle, een belangrijk diplomaat en schoonzoon van Johan van Oldenbarnevelt. 


Hoe ging het verder?

In de maanden daarna werden meerdere samenzweerders ter door gebracht. Reinier van Oldenbarnevelt, die werd gearresteerd, was een van hen. Hij wordt samen met medestanders Adriaan van Dijk en David Coornwinder op 29 maart 1623 in Den Haag gevierendeeld.

Voordat het vonnis wordt voltrokken worden de vier pistolen die zijn geregeld op een blok tot stukken geslagen. Nadat de heren zijn gedood worden hun hoofden op een staak gezet.

Op 3 juli 1623 wordt Bontenbal ‘onthalsd’. Hij heeft toen voorafgaand aan het uitvoeren het vonnis het publiek nog toegesproken:

“Het schavot optredende, was hij in den beginne zeer ontdaan en bedremmeld, doch herstelde zich spoedig, en deed vervolgens eene breedvoerige aanspraak aan de omstanders, zich beklagende Gods weldaden zoo schandelijk misbruikt te hebben; besluitende zijne rede, met een groot leedwezen over het plegen van zijn misdrijf te betuigen; de scherpregter streek hem hierop een rood mutsje voor de oogen, en sloeg hem het hoofd af, waarna het ligchaam in stilte werd ter aarde gebragt.”

A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden (deel 2, eerste en tweede stuk, 1854).

Tegelijkertijd met Bontenbal worden ook Jan Pieterszoon, Gerit Korneliszoon en Samuel de Plecker ter dood gebracht.

Predikant Slatius wilde na zijn aanhouding nog zijn straf ontkomen, door afstand te doen van zijn remonstrantse houding. Maar toen dat niet werkte, herriep hij dat. Hij werd twee dagen na Bontenbal ter dood gebracht. 

Eduard Poppius werd ook gearresteerd voor zijn rol in de moordplannen. Hij overleed tijdens zijn gevangenschap in Slot Loevestein. 

Willem van Oldenbarnevelt wist te ontsnappen naar Brussel. Hij hoopte ooit weer teug te komen naar de Republiek. Later blijkt dat hij zijn remonstrantse geloof had laten varen, dat hij katholiek was geworden en in dienst was gegaan in het Spaanse leger. 

Cornelis van der Mijle werd verdacht van medeplichtigheid, maar had geen rol in de moordplannen. Het duurde nog jaren voordat hij weer volledig in genade werd aangenomen. 

Een deel van de plannen kwam overigens wel uit. Toen Maurits in 1625 overleed, werd Frederik Hendrik zijn opvolger. Hij hief de verbanning van Cornelis van der Mijle op. 

Bronnen:

Historische Vereniging Rijswijk – Prins Maurits

Is Geschiedenis – Aanslag op Maurits van Oranje

Geschiedenis Magazine – Moordaanslag op Prins Maurits

Stadsarchief Delft – Aanslag op Prins Maurits

Biografisch Woordenboek – Deel IV (1858)